Bij de aanschaf van een nieuwe bestelauto hebben ondernemers het voordeel dat ze geen bpm hoeven te betalen. Als de gebruikte bestelauto binnen 5 jaar na de eerste registratie wordt verkocht, moet in principe nog een deel van de bpm worden betaald. Maar als de nieuwe eigenaar ook een ondernemer is, kan het vrijstellingsvoordeel worden overgedragen. Hiervoor moet de tenaamstelling van de bestelauto worden gewijzigd en moet er een beroep worden gedaan op de doorschuifregeling. De koper neemt dan de plaats in van de verkoper en moet gedurende 5 jaar aan de voorwaarden voor vrijstelling blijven voldoen. De belangrijkste voorwaarde is dat de bestelauto zakelijk wordt gebruikt door een btw-ondernemer. Om de doorschuifregeling te kunnen toepassen, moeten beide partijen een verklaring opstellen waarin ze aangeven dat de koper verantwoordelijk wordt voor het betalen van de rest-bpm voor de betreffende bestelauto. Als er geen gebruik wordt gemaakt van de doorschuifregeling, is de verkoper van de bestelauto verantwoordelijk voor het betalen van de rest-bpm.
Een handige tip: hoewel de doorschuifverklaring niet aan specifieke eisen hoeft te voldoen, kun je het formulier downloaden van de website belastingdienst om er zeker van te zijn dat je alle benodigde gegevens hebt.
