Bij de invoer van een auto in Nederland moet er BPM worden voldaan. De BPM wordt geheven bij de eerste registratie van een nieuwe auto. Als het om een personenauto gaat, wordt de BPM meestal afgehandeld door de fabrikant of importeur van de auto. In andere gevallen, als je bijvoorbeeld een auto in het buitenland koopt en deze in Nederland wilt registreren, of wanneer je een auto met een buitenlands kenteken op de Nederlandse openbare weg wilt gebruiken zonder vrijstelling, dan moet je zelf aangifte doen en de BPM betalen.
Voor een nieuwe ingevoerde auto geldt het BPM-tarief van het jaar van invoer. Voor een gebruikte auto kan het BPM-tarief van het invoerjaar worden toegepast. Maar, als het voordeliger is, mag je het tarief van het bouwjaar of een tussenliggend jaar gebruiken. Daarnaast kun je bij een gebruikte auto een BPM-afschrijving toepassen. De afschrijving kan worden berekend met behulp van de bpm-afschrijvingstabel, een koerslijst of een taxatie. Overigens kan een taxatie alleen als de auto niet voorkomt in een gangbare koerslijst of als er sprake is van meer schade dan normale gebruikerssporen. Vanaf 2023 wordt een ingevoerde auto altijd als gebruikt beschouwd als deze meer dan 3.000 kilometer op de teller heeft staan. Bovendien is de aftrek voor schade vanaf die datum beperkt tot maximaal 31% van de getaxeerde herstelkosten, tenzij een erkend taxateur een hoger percentage kan onderbouwen.
Als je een auto invoert die niet uit een EU-land afkomstig is, moet je naast de BPM ook invoerrechten en btw betalen. Voer je een auto in vanuit een EU-land, dan moet je – als het een nieuwe auto betreft – Nederlandse btw betalen. Het gaat om een nieuwe auto als de auto niet meer dan 6.000 kilometer heeft gereden of niet ouder is dan zes maanden. Als hier niet aan wordt voldaan, betaal je als particulier btw in het land waar je de auto koopt.
